1. Wordt er rekening gehouden met de belevingswereld van het kind.
Ja, er wordt hiermee rekening gehouden door de kinderen te laten denken aan Lego en Duplo
2. Is de inleiding motiverend voor de leerlingen.
De inleiding is motiverend. Een filmpje spreekt bij kinderen altijd aan tot de verbeelding. Een filmpje van zoiets heftigs als een orgaan maakt de kinderen direct betrokken, ze worden hierin helemaal meegezogen.
3. De opdracht: is er sprake van een duidelijk beeldend probleem?
Ik vind dat de opdracht wel duidelijk is, maar dat het niet duidelijk een probleem is. Waarom maak je een beschadigd gebouw?
4. Worden de leerlingen door de lesopzet gestimuleerd tot eigen vormgeving?
Ja, de kinderen mogen zelf bepalen hoe het gebouw eruit gaat zien, er zitten wel een aantal restricties aan.
5. Is het beeldmateriaal adequaat gekozen?
Ja het beeldmateriaal is goed gekozen. Het filmpje laat kinderen verwoeste huizen zien en trekt ze ook mee in de dingen die zulke schade veroorzaken.
6. Straalt het gekozen beeldmateriaal de huidige tijd uit?
Ja, er is vrijwel altijd een filmpje van een recente orkaan te vinden, dit is voor kinderen ook vaak op het jeugdjournaal te zien dus het straalt zeker de huidige tijd uit.
7. Geef een aantal verbeter punten / aanvullende suggesties.
Het beeldend probleem had iets sterker echt een probleem mogen zijn. Het aantal vervalelementen is opgenomen in de rubrix, maar er wordt eigenlijk niet aan de kinderen verteld hoeveel vervalelementen erin moeten zitten. Het zou dus best kunnen dat een kind maar één vervalelement maakt.
8. Wat is het sterkste onderdeel van de les, en waarom.
Het sterkst onderdeel van deze les is de koppeling met de orkanen, hierdoor raken de kinderen betrokken en een natuurramp spreekt altijd aan.