07-06-2013

Eindopdracht Anne


Voorbereiding *
Context
Belevingswereld

Ik laat het schilderij zien. We bespreken wat we zien, aan de hand van vragen in 5 stappen. Die staan onder deze tabel vermeld. 
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden


De kinderen moeten een schilderij maken over een emotie bij zichzelf. Ze moeten een gebeurtenis in gedachte nemen uit hun leven. Ze kunnen kiezen uit de volgende emoties: boosheid, blijheid, verdriet. Dit mogen ze afbeelden. Daarbij is het de bedoeling dat de kinderen veel kleur gebruiken.

Doelen
Beeldend doel:
Het doel is dat de kinderen een emotie op doek gaan krijgen. Hierbij is het van belang dat de kinderen zich eerst weer inleven in die emotie, zodat dit ook goed op papier te krijgen is.


Technisch doel:
De kinderen gaan werken met kwasten, verf en doek. De kinderen leren dus schilderen. Hierbij komen ze aan de weet dat ze kleuren kunnen mengen, over dingen heen kunnen verven etc.

Receptie
/Oriƫntatie *
Introduceren
Beeldcultuur
Door middel van ons schilderij wat we gaan maken kunnen we door middel van visuele beelden onze emoties uiten.In de huidige maatschappij is beeldcultuur namelijk erg belangrijk. Ze zijn op allerlei manieren toepasbaar.


Beeldaspecten
Begrip omtrent kleur: Primaire kleuren, secundaire kleuren, tertiaire kleuren.
Primaire kleuren: Rood, geel en blauw.
Secundaire kleuren: Oranje (geel + rood), violet (rood + blauw) en groen (blauw + geel).
Tertiaire kleuren: Alle kleuren behalve de 6 bovengenoemde.



Ontwikkelingsfasen
Dit schilderij zit in de fase expressionisme. De afbeelding is een uitdrukking van de betekenis die de schilder in het schilderij heeft gelegd, in dit geval hoop. De betekenis van dit schilderij is subjectief: door de maker is het er in gelegd. Het schilderij is origineel. Ieder kan zijn eigen interpretatie er aan geven, er is geen criteria om verschillende oordelen over het schilderij met elkaar te vergelijken.


*
Informeren
Beeldbeschouwen

De kinderen moeten na het maken van het kunstwerk hun eigen kunstwerk beschouwen aan de hand van een matrix. Aandachtspunten zijn het kunnen herkennen van de emotie die in het schilderij ligt, de kleuren die gebruikt zijn en de aandacht die gevestigd moet zijn op 1 object.

*
Instrueren
Beeldend Probleem

De kinderen moeten hun emotie in het schilderij leggen. Ze mogen kiezen uit verdriet, boosheid en blijheid. Deze emotie moet duidelijk te zien zijn in het schilderij, en moet vormgegeven worden met veel kleur.

Productie
/Uitvoering
Observeren
Beeldend Vermogen

Begeleiden
Werkprocessen

Afronden
Tijdsmanagement
Reflectie
/Nabeschouwing
Nabespreken
Reflecteren






*
Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix)

Nb. Alleen de matrix maken.






Presenteren
Presentatievorm
Evaluatie
Evalueren
Opdracht en randvoorwaarden







L’Espoir – Willem Hofhuizen (de hoop)

Eerst: brainstormen: wat is te zien in het schilderij?
Fase 1: Welke emotie zie je in het schilderij? De titel is ‘de hoop’. Waarin kun je hoop zien?
Fase 2: Welke kenmerken in het schilderij of welke details kunnen hoop inbeelden?
Fase 3: Waar heeft de vrouw hoop op?
Fase 4: Hoe is de vrouw geschilderd? Zijn er veel kleuren gebruikt? Wat zouden deze kleuren betekenen?
Fase 5: Welke verbanden zie je tussen hoop en de vrouw in het schilderij?


Onvoldoende
Voldoende
Goed
Er is in het schilderij te zien dat het om verdriet / boosheid / blijheid gaat
Niet te zien


1 punt
Zichtbaar


3 punten
Zeer duidelijk aanwezig

5 punten
Het schilderij bevat veel kleuren
1 of 2 kleuren

2 punt

3 of 4 kleuren

3 punten
5 of meer kleuren

5 punten



Geen opmerkingen:

Een reactie posten