03-07-2013

Feedback Les Stad na orkaan

Door Marloes van Rijs

1. Wordt er rekening gehouden met de belevingswereld van het kind.
Ja, er wordt hiermee rekening gehouden door de kinderen te laten denken aan Lego en Duplo
2. Is de inleiding motiverend voor de leerlingen.
De inleiding is motiverend. Een filmpje spreekt bij kinderen altijd aan tot de verbeelding. Een filmpje van zoiets heftigs als een orgaan maakt de kinderen direct betrokken, ze worden hierin helemaal meegezogen.
3. De opdracht: is er sprake van een duidelijk beeldend probleem?
Ik vind dat de opdracht wel duidelijk is, maar dat het niet duidelijk een probleem is. Waarom maak je een beschadigd gebouw?
4. Worden de leerlingen door de lesopzet gestimuleerd tot eigen vormgeving?
Ja, de kinderen mogen zelf bepalen hoe het gebouw eruit gaat zien, er zitten wel een aantal restricties aan.
5. Is het beeldmateriaal adequaat gekozen?
Ja het beeldmateriaal is goed gekozen. Het filmpje laat kinderen verwoeste huizen zien en trekt ze ook mee in de dingen die zulke schade veroorzaken. 
6. Straalt het gekozen beeldmateriaal de huidige tijd uit?
Ja, er is vrijwel altijd een filmpje van een recente orkaan te vinden, dit is voor kinderen ook vaak op het jeugdjournaal te zien dus het straalt zeker de huidige tijd uit.
7. Geef een aantal verbeter punten / aanvullende suggesties.
Het beeldend probleem had iets sterker echt een probleem mogen zijn. Het aantal vervalelementen is opgenomen in de rubrix, maar er wordt eigenlijk niet aan de kinderen verteld hoeveel vervalelementen erin moeten zitten. Het zou dus best kunnen dat een kind maar één vervalelement maakt.
8. Wat is het sterkste onderdeel van de les, en waarom.
Het sterkst onderdeel van deze les is de koppeling met de orkanen, hierdoor raken de kinderen betrokken en een natuurramp spreekt altijd aan.

01-07-2013

Eigen les beeldende vorming Myrthe

Lesfasenmodel:

Voorbereiding *
Context
Belevingswereld
De kinderen kennen allemaal Mondriaan wel en ook de kunstwerken van Rietveld zijn bekend. De kinderen mogen experimenteren met allerlei materialen.
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden
De kinderen bekijken eerst een aantal werken van kunstenaars zoals Gerrit Rietveld, Piet Mondriaan en Theo van Doesburg. Ze halen de kenmerken van de Stijl uit de afbeeldingen. De kinderen maken daarna hun eigen schilderij. Ze mogen de materialen zelf kiezen.
Randvoorwaarden
·         De rechte lijnen moeten er in terug te vinden zijn, maar de vormen mogen verschillen.
·         Gebruiken van verschillende materialen: verf, papier, stof, wol, potloden enzovoort.
·         Gebruik van verschillende kleuren, niet alleen primaire kleuren en zwart en wit
·         Moet herkenbaar zijn als kunstwerk van de Stijl
Doelen
Beeldend doel:
Zij kunnen zelf een schilderij in dezelfde stijl maken, maar geven er een eigen draai aan. Het eigen werk is nog wel herkenbaar als kunstwerk van de Stijl.
 
Technisch doel:
De kinderen kunnen de kenmerken van de Stijl noemen. De kinderen gebruiken verschillende materialen en technieken om hun kunstwerk te maken.
Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren
Beeldcultuur
Ik laat de kinderen een aantal afbeeldingen zien van kunstenaars die bij de stijl horen, zoals Gerrit Rietveld, Theo van Doesburg en Piet Mondriaan. Nijntje ook als voorbeeld noemen. Dick Bruna hoorde wel bij de Stijl, maar hield zich niet zo stijf aan de regels van de Stijl.
 
Beeldaspecten
De beeldaspecten die hier een rol spelen zijn: kleur, compositie en vorm.
 
Ontwikkelingsfasen
Ik probeer de kinderen wel op het niveau van formalisme te krijgen. Het is de bedoeling dat de kinderen de vorm en de betekenis van de kunstwerken van de Stijl gaan begrijpen. Daarvoor is een beetje kennis van de geschiedenis nodig. De kunst van de Stijl creëerde harmonie tijdens de chaos van de Eerste Wereldoorlog.
*
Informeren
Beeldbeschouwen
Samen met de kinderen kijk ik naar de afbeeldingen. Ik stel vragen over de afbeeldingen en ik laat de kinderen wat ze al weten zoveel mogelijk vertellen. Dan geef ik kort even aan wat het idee was achter de kunst van de Stijl.
*
Instrueren
Beeldend Probleem
Ik leg de kinderen uit wat de bedoeling is. Ze gaan zelf een kunstwerk maken dat past bij de Stijl, maar ze doen dit op hun eigen manier. Ze mogen allerlei materialen, kleuren enzovoort gebruiken. Het kunstwerk moet wel herkenbaar zijn als onderdeel van de Stijl. Ze mogen alleen rechte lijnen gebruiken, maar daar mogen ze dan mee doen wat ze willen. Het hoeven geen standaard vormen te worden.
*
Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix)
 
Nb. Alleen de matrix maken.


Rubrix:

 
onvoldoende
voldoende
goed
score
Gebruik van rechte lijnen en verschillende vormen.
 
max. 2 punten
1/2 punt
 
Niet alleen maar rechte lijnen en maar 1 of 2 verschillende vormen.
1 punt
 
Het grootste deel van de lijnen is recht en 3 of 4 verschillende vormen.
2 punten
 
Alleen maar rechte lijnen en 5 of meer verschillende vormen.
 
Gebruik verschillende materialen
 
max. 3 punt
1 punten
 
Gebruik van 1 of 2 verschillende materialen.
2 punt
 
Gebruik van 3 of 4 verschillende materialen.
3 punten
 
Gebruik van 5 of meer verschillende materialen.
 
Herkenbaar als kunstwerk van de Stijl
 
max. 3 punten
1 punt
 
Niet herkenbaar als kunstwerk dat past bij de Stijl.
2  punten
 
Bevat enkele kenmerken van de Stijl, maar is niet duidelijk herkenbaar als kunstwerk dat past bij de Stijl.
3punten
 
Duidelijk herkenbaar als kunstwerk dat past bij de Stijl.
 
Gebruik verschillende kleuren
 
max. 2 punten
1/2 punt
 
Alleen gebruik van zwart, wit en de primaire kleuren.
1 punten
 
Gebruik van zwart, wit en de primaire kleuren, maar ook 1 of 2 andere kleuren.
2 punten
 
Gebruik van veel verschillende kleuren, ook kleuren die niet bij e primaire kleuren/zwart/wit horen.
 









Fase 1:
Van wie zijn deze kunstwerken?
Van links naar rechts: Gerrit Rietveld, Theo van Doesburg en Piet Mondriaan.

Fase 2:
Noem 3 overeenkomsten.
Ze maken gebruik van dezelfde kleuren, namelijk de primaire kleuren geel, blauw en rood en de niet-kleuren zwart, wit en grijs.
In alle kunstwerken worden rechte lijnen gebruikt.
In alle kunstwerken worden rechthoeken en vierkanten gebruikt.

Noem 2 verschillen.
Twee van de kunstwerken zijn schilderijen. De andere is een stoel.
In het ene schilderij staan de vierkanten en rechthoeken schuin en in de andere staan ze recht.

Fase 3:
De kunstwerken laten harmonie zien. Hoe kun je dat terugzien?
Er worden simpele vormen gebruikt. Je ziet alleen rechte lijnen en heldere kleuren.

Fase 4:
Welk verband is er tussen de tijd waarin de kunstwerken zijn gemaakt (Eerste Wereldoorlog en erna) en het voornemen om harmonie te laten zien?
Tijdens de Eerste Wereldoorlog heerste er chaos in Europa. De heldere kleuren en strakke lijnen zorgden voor een voorspelbaar beeld en dus harmonie in die chaos.